Categorieën
Nieuws

Carillon en Toren Grave

kindercarillon 032Transparantie
De wijkraad Binnenstad vindt het van groot belang dat de burgers van de wijk Binnenstad Grave zoveel mogelijk informatie ontvangen over verschillende onderwerpen.
De wijkraad Binnenstad ontving de kopie van een brief van de St. Graeft Voort aan het college en de raad inzake de toren en het carillon . Dit onderwerp zal deel uitmaken van de agenda  tijdens de Vergadering Wijkraad Binnenstad voor bewoners van de wijk Binnenstad op woensdag 28 januari, aanvang 19.30 uur in gebouw Palazzo, Maasstraat 12 in Grave. Het carillon is ooit geschonken door burgers uit de gehele gemeente Grave. Inwoners van de gemeente die niet in het centrum van Grave wonen, kunnen hun mening voor de vergadering van de wijkraad laten horen via email: info@wijkraadbinnenstadgrave.nl of per brief aan Wijkraad Binnenstad Grave, Brugstraat 10A, 5361 GT Grave. Of u neemt contact op met uw dorps- of wijkraad, zij worden nl. uitgenodigd voor de wijkraadvergadering Binnenstad.

Brief Graeft Voort inzake het carillon en de toren van Grave;

Aan de Raad van de gemeente Grave

en

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Grave

15 januari 2015

Geachte Raad, geacht College,

Stichting Graeft Voort heeft met zorg kennis genomen van de motie waarin wordt gevraagd om verplaatsing van het carillon en sloop van de carillontoren.

Het carillon is bij de bouw van het gemeentehuis van 1971 aan het Hofplein door de burgerij gefinancierd om Grave een nieuw hart te geven. De toren van het nieuwe gemeentehuis was van meet af aan mede voor dit carillon bestemd. We mogen aannemen dat destijds zorgvuldig is bekeken waarom dit de beste oplossing was.

Nadien is op initiatief van ons toenmalig bestuurslid Jean Laguette z.g. aan het oorspronkelijk aantal klokjes een zodanige hoeveelheid toegevoegd (mede door hem betaald!) dat er een uitgebreider repertoire kon klinken. Ook toen zal zeker zijn bekeken of dit aantal voldoende was. De bekostiging van een en ander zal overigens het doorslaggevend argument zijn geweest. Door crimineel gedrag van een aantal van diegenen die een anti-kraakwacht moesten vormen in afwachting van de sloop van het gemeentehuis van 1971 raakte het carillon dermate in het ongerede dat het niet meer bespeelbaar was. Bij de afwikkeling van het project Hart van Grave is door de Raad op voorstel van het College geld gevoteerd om het carillon in ere te herstellen en wel op de huidige plaats, dus in de carillontoren.

Bij de motie die momenteel ter tafel ligt, worden naar ons oordeel twee zaken door elkaar gehaald. Er ligt, als we de berichten daarover mogen geloven, een voorstel van de pastoor om het carillon over te nemen, uit te breiden en vervolgens te herplaatsen in de Sint Elisabeth. Dat is kennelijk zijn eigen initiatief (iedereen spreekt over de pastoor zelf en niet over het kerkbestuur) en hij heeft daarover voor zover ons bekend met niemand overlegd, in het bijzonder niet met de heer Albert van Woerden, die vele jaren tot volle tevredenheid het carillon heeft bespeeld, met de Wijkraad Binnenstad of met onze Stichting. Daar ligt een voorstel bij om na het vertrek van het carillon naar de kerk (een exercitie die naar onze mening zoals de pastoor het zich voorstelt veel extra geld kost ten opzichte van het oorspronkelijk voor het herstel van het carillon gevoteerde bedrag) de gemeentetoren maar te slopen. En op dit punt worden de zaken door elkaar gehaald. Bij het (voor)overleg voorafgaand aan het project Hart van Grave is het lot van de toren immers ook LOS van het carillon heel anders beoordeeld. Het zeer uitgebreide en volstrekt transparante overleg dat daarover heeft plaatsgevonden, met deskundigen en anderszins betrokkenen waaronder een klankbordgroep waarin ook Graeft Voort vertegenwoordigd was en de commissie ruimtelijke kwaliteit, heeft tot resultaat gehad dat vol overtuiging is gekozen voor handhaving van de toren als hart van een toekomstig Torenplein; de toren werd daarmee ingebed in de totale architectuur van het project Hart van Grave dat er zonder toren waarschijnlijk heel anders uit had gezien, tot onder de grond toe. De reden daarvoor was, dat de toren is gebouwd in de stijl van de Bossche School, daar in alle opzichten naar verwijst, en daar in alle opzichten een eminent voorbeeld van is.

Het – klaarblijkelijk – besluit om nu ZONDER overleg met deskundigen en betrokkenen (anders dan de pastoor) de toren te laten slopen, getuigt van gebrek aan eerbied voor het zorgvuldig oordeel van destijds, voor de architectuur van Hart van Grave en voor het erfgoed van de Bossche School. Dat er inmiddels een onderzoek is aangekondigd, doet daar niet aan af. De meerderheid van de Raad heeft zich inmiddels, zo bewijst de motie, al een eigen oordeel gevormd, naar wij moeten aannemen op basis van informatie door de pastoor.

Stichting Graeft Voort merkt daarbij nog op dat historisch gezien de gemeente ALTIJD (een carillon in Grave was in 1971 echt niets nieuws) de rechthebbende is geweest van het Graafse carillon en dat de kosten van het carillon van 1971 en later louter door burgers zijn bijeengebracht zonder bemoeienis van de kerk; zoals ook, als we de berichten volgen, de volledige kosten van herstel en uitbreiding voor rekening zullen moeten komen van de burgerlijke gemeenschap. Datzelfde geldt, gezien de recente uitspraken van het kerkbestuur over de kerken als gebouw, voor het onderhoud. Het carillon is seculier erfgoed en geen kerkelijk erfgoed, laat staan pastoraal erfgoed. Graeft Voort heeft nog een bijzondere reden om zorg te hebben over de plannen met carillon en toren. Onze Stichting ijvert al vele jaren voor het plaatsen in het hart van de stad van een plaquette waarop alle in en door de oorlog omgekomen inwoners van Grave worden herdacht. Hiervoor is overlegd met velen, onder wie de nabestaanden van burgemeester Louis Ficq, met als gevolg dat is besloten, en wel door uw Raad en College zelf, dat de plaquette er zou moeten komen en wel aan de carillontoren. Een dergelijke plaquette hoort aan een openbaar gebouw, in casu de toren. Wordt die gesloopt, dan is er ons inziens geen geschikte andere plaats voorhanden.

Over de uitbreiding van het carillon – het lijkt erop dat die uitbreiding het lot van de toren bepaalt – merken wij nog op dat de actie van de heer Laguette van destijds het repertoire aanzienlijk heeft verrijkt. Wij zien als hoeder van de geestelijke erfenis van de heer Laguette niet in wat extra klokjes toevoegen aan het toen mogelijk geworden repertoire. Sinterklaas, Kerstmis, Hollandse hits, oudvaderlandse liederen, opera, operette en musical waren tot nu toe zonder wanklank te horen en ook zonder hoorbare tekorten. Wij hopen dat u de motie nog eens afweegt en dat u bovenstaande overwegingen meeneemt in uw eindoordeel over deze kwestie – wij hopen althans dat er nog ruimte is voor discussie. Graeft Voort staat voor behoud van het carillon in de aanwezige grootte en op de huidige plaats. Wij staan er voor open om overtuigd te worden van het tegendeel, maar dan met argumenten die de toets der kritiek kunnen doorstaan.

Met vriendelijke groet,

Namens Stichting Graeft Voort